Quarantaine

Bizar. Toen ik hoorde van het instellen van een confinement in Frankrijk, op 17 maart 2020 plechtig uitgesproken door president Macron, waaiden mijn eerste gedachten naar de Archipel du Frioul en het eilandleven daar.

In 2014 maakte ik kennis met de archipel du Frioul: de eilanden Ratonneau en Pomègues (door een dijk met elkaar verbonden), op 3 kilometer afstand gelegen van de tweede stad van Frankrijk: Marseille. Ik werd verliefd op deze stapel kale rotsen, die bij nader inzicht helemaal niet zo ‘kaal’ zijn en een rijke flora en fauna kennen. Sterker nog, ik ben zo van dit eiland gaan houden, dat ik steeds terugkeerde. Bij voorkeur medio mei, ongeveer nu, de mooiste tijd…

Mijn liefde resulteerde in diverse blogs: storm zonder wolken, en ben jij jonathan? En ja, wat doe je als je heimwee hebt naar je geliefde: dan schrijf je een liefdesbrief (de hieronder cursief weergegeven tekst). Een liefdesbrief die in deze coronacrisis een bijzondere en bizarre lading krijgt.

Calanque de Morgiret

Eenmaal in jouw ruige, ongecompliceerde armen en ik ben weerloos. Ik blijf maar naar je kijken. Naar jouw bijzondere planten en bloemen, gloedvolle zonsopkomsten en zonsondergangen, weidse uitzichten richting de stad en de oneindig lijkende zee. Ik vlei me tegen jouw warme kalkstenen rug in de calanques en koel af in het onderwaterparadijs dat aan jouw voeten ligt. Nergens anders in Frankrijk vind ik zoveel rust. Ik hoef niet mee met het laatste bootje, ik mag bij je blijven. Samen met 150 markante eilanders die het voorrecht hebben om alle seizoenen met je te delen.

Op die dagen, wanneer het leven niet zo vredig voort glijdt, huilt de wind. Dan gaat de boot niet meer en is de navelstreng doorgeknipt: het eiland krijgt geen vers bloed van de moederstad Marseille. Er rest niets anders dan in quarantaine te blijven, alsof ik een besmettelijke ziekte heb en van het vasteland weg moet blijven. De witte vlag gaat uit: ik geef me over aan eindeloos staren naar een klotsend waterbed.

Bizar. Niet zo heel lang geleden had ik het voorrecht om het quarantainegevoel ‘aan den lijve’ te ervaren. Op mijn favoriete Frioul. Er was toen nog geen sprake van een besmettelijke ziekte en ik had ook nooit gedacht dat die er ooit nog zou komen.

Op jouw bijna naakte lijf, puur en zonder schreeuwerige franje, beweegt het leven soepel mee op het ritme van de zon, de natuur, de veerdienst, de wind. Dat was niet altijd zo: ik zie ook akelige littekens op jouw robuuste romp. De bizarre en confronterende wonden van de maritieme en oorlogsgeschiedenis zijn nog altijd zichtbaar. Oorlogsgeweld deformeerde de historische sierraden die je ooit droeg tot bizarre ruïnes. Zoals het hôpital St. Caroline, gekozen als ideale plaats voor een quarantaineziekenhuis op een kaap van Ratonneau, daar waar de wind altijd zou waaien en ongewenste ziektekiemen van de pest en andere rampen zou afvoeren.

Bizar. De historie lijkt zich te herhalen. Het voormalige quarantaineziekenhuis St. Caroline ligt nog altijd ‘vol in de wind’. Ooit was dit ziekenhuis bedoeld voor patienten met gele koorts en de pest. Toen het eenmaal voltooid was, is het nooit gebruikt als ziekenhuis voor enge ziektes. Wel als marinehospitaal, totdat het in puin geschoten werd in de Tweede Wereldoorlog. Er is noch een verpleegafdeling, noch een intensive care. Het is nu een leerwerkplaats voor metselaars en timmerlieden. Stukje bij beetje krijgt het zijn oude vormen weer terug, maar mocht de burgemeester het willen inrichten als ziekenhuis, dan is het ook deze keer niet klaar.

L’hôpital St. Caroline – op de achtergrond moederstad Marseille

Het contrast is frappant: de nooit slapende stad versus jouw oase van rust. Marseille en de Archipel du Frioul: samen slapen ze in het onstuimige liefdesnest van de Méditerranée. Gepassioneerde, zwoele nachten op het blauwe waterbed. Wind en zout hebben de archipel geboetseerd tot kale, blanke kalkrotsen, die al naar gelang het gedrag van goede huisvriend Zon reflecteren in de 50 tinten blauw van de Middellandse zee. Het kan ook flink spoken in deze relatie. Het is de onvoorspelbare, jaloerse meneer Mistral die op overspel zint en zijn onstuimige haat zaait. En dat lukt hem regelmatig: het is alleen de wind die gedoe geeft op Frioul.

Bizar. Het is nu niet alleen de wind die gedoe geeft op Frioul. Monsieur Mistral heeft er een concurrent bij: Monsieur Covid-19 (of is het virus vrouwelijk?). Voor zover nu bekend is er nog geen besmetting op het eiland. Gelukkig maar, de inwoners zijn er veelal ‘met pensioen’ en tamelijk kwetsbaar.

De tijd bestaat even niet meer, het eilandgevoel is overweldigend. Er lijkt niets van belang te gebeuren op deze archipel zonder auto’s, dit eiland zonder stress, een paradijs met nauwelijks mensen. Geen boot, geen dagjesmensen: er kan niemand weg en er komt niemand bij. Nagenoeg alleen, met duizenden koppels geelpootmeeuwen en hun pluizige piepende jongen. Hun brutale geschreeuw en onmiskenbare klaagzang tijdelijk overstemd door de wind.

Bizar. Op dit moment is het eiland letterlijk teruggegeven aan de natuur. De boot gaat nog wel, maar vervoert niet meer dan 6 mensen per keer. Alleen eilanders die voor de noodzakelijke dingen (met attestation) naar Marseille reizen. De geelpootmeeuwen zullen dit jaar in alle rust hun piepende jongen kunnen grootbrengen. Zonder zich krijsend en dreigend te doen gelden wanneer er toeristen passeren.

Deze vorm van quarantaine is zalig, alsof ik letterlijk ‘au bout du monde’ ben. Wat er verder in de wereld gebeurt, doet er even niet toe. Hier te zijn, heel dicht bij jou, maakt mij intens gelukkig.

Bizar. De vorm van quarantaine die ik op Frioul beleefde, was maar van korte duur, maar zo ontzettend fijn. Het gevoel om ver weg te zijn van de rest van de wereld, is daar heel sterk. Als er ergens in de wereld een plek is om in quarantaine te gaan, dan is het op Frioul.

Na een dag en een nacht het oproer kraaien, vindt de mistral het meestal genoeg en blaast de aftocht, wetende dat zijn gestook dit gelukkige huwelijk niet kapot kan krijgen. Natuurlijk weten echtelieden dat het soms kan stormen. Zowel de zee als de liefde zijn immers zelden zonder onweer. Een zoute traan van zoveel moois zoekt zijn weg over mijn door zon en zout aangeraakte gezicht. Een blonde pluk haar waait onhandig voorbij en kleeft erin vast. Ik wil altijd bij je blijven, ik wil niet weg. Ik zeg het hardop, schreeuw het bijna. Mijn je t’aime Frioul, wordt meegenomen door de wind. Bestemming onbekend, le vent l’emportera. Ooit zullen mijn woorden op de vleugels van de wind terugkeren en zal ik ze hier weer ontmoeten. De wind zal mij altijd bij jou terugbrengen, j’en suis sûre!

Niets liever zou ik weer terug willen naar het eiland. Dat het nu niet kan, voelt als afgesneden zijn. Ik vertrouw maar op de wind. Ooit moet die toch in kracht gaan afnemen en weer uit een gunstige hoek gaan waaien…

Pomègues: vroeger quarantainehaven, nu biologische viskwekerij

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.