Artikel geschreven voor de rubriek “In the spotlight” op verzoek van het regiobestuur van de Nederlandse Vereniging van Directie- en Managementondersteuners.
In the spotlight – Margôt van Slooten
Het felle, kille en harde licht voelt altijd wat ongemakkelijk: licht dat alle contouren, rimpels en onvolkomenheden keihard blootlegt. Geef mij maar het zachte, warme en gedimde licht. Het lekker veilige licht. Het zoete, bijna onbeschrijfbare licht van het ‘gouden uur’ dat zich openbaart net voordat de zon afscheid neemt van de dag. Het licht dat het landschap lijkt te vergulden. Het spannende licht dat inspiratie geeft voor het verhaal dat verteld moet worden.
Onze beroepsgroep is het immers niet gewend om in het volle licht te schitteren op het podium. Ik gedraag mij op de meeste dagen als een stille kracht die bedachtzaam aanwijzingen geeft in de coulissen en geruisloos over het podium schuifelt. Herkenbaar toch?
En stiekem lokt de spotlight, voel je de aantrekkingskracht van die krachtige bundeling licht. Een schuchter eerste stapje zetten, niet aarzelen en ferm in het volle licht stappen. Een kans om te schitteren en ‘te laten zien wat je kunt’.
Ik ben Margôt, mét een T en geboren met een deftig dakje op de o!
Als klein Margootje, opgroeiend op Texel, was ik altijd aan het struinen in de duinen, in het bos en op het strand. Een paradijs: vogels, plantjes en dieren dichtbij. Ik had tevens de afwijking om ‘mee te schrijven’ met de kalme commentatorstem bij de natuurseries van Jacques Cousteau. Notuleren en verslagleggen avant la lettre, het zat er blijkbaar al vroeg in.
Het paradijs en de horizon
Er bleek nog een paradijs te bestaan: Frankrijk! Mijn liefde voor de Franse taal, het Franse leven, Franse chansons en Franse wijn ontstond toen ik zestien was. Tot die tijd had ik de zomervakantie doorgebracht op Texel en bestond het buitenland alleen op televisie, in de Grote Bosatlas (waarin ik vele uren had rondgedwaald) en in mijn fantasie. En route naar het Zuiden over de Route Nationale werd ik verliefd, dit was mijn land! Ik bracht mijn schoolfrans in de praktijk, dolblij het eindelijk te kunnen toepassen en onder de platanen bracht ik stiekeme uurtjes door met mijn eerste (en laatste) vakantieliefde. Tot een Franse man kwam het dus niet. Soit. Deze heerlijke en heftige kennismaking met Frankrijk en vooral met de Provence was er een voor het leven. Ook de liefde en passie voor wijn, wijnbouw en wijngebieden groeide gedurende de jaren. Gretig slurpte ik de informatie op en haalde het Wijnbrevet, had nog meer dorst naar wijnkennis en begon aan de vinologenopleiding. Heerlijk om mijn horizon zo te verbreden. Heerlijk om mij te verwonderen over dagelijkse dingen en ongewone ontmoetingen in de wondere wereld tussen Noordzee en Mediterrannée. Omdat het schrijversbloed door mijn aderen stroomt en verhalen nu eenmaal verteld moeten worden, leg ik deze vast op mijn blogsite “Tussen Noordzee en Mediterrannée”.
Tweede keus
Mijn keuze voor het secretaressevak was zeker geen bewuste. Het liefst was ik boswachter geworden, maar toen het beroepskeuzemoment kwam, bleek ik niet over het broodnodige bèta-talent te beschikken. Hoe dichter het examenjaar naderde, hoe meer naar voren kwam dat de talen en de alfa-vakken mij beter lagen. Niet getreurd: aardrijkskunde was ook een tof vak, moderne talen lagen mij wel en de wondere wereld vol onbekende en te ontdekken plaatsen lonkte. Opeens wist ik wat ik wilde worden: reisadviseur. Ik werd helaas niet toegelaten tot de opleiding en ik wist even niet wat te doen. De leraar Frans en tevens decaan adviseerde mij destijds – we schrijven begin jaren ’80 – om te kiezen voor een tweejarige studie directiesecretariaat. Het kon geen kwaad, volgens hem, secretaresse was het vak van de toekomst! Ik kon niet anders dan zijn advies opvolgen, het was te laat voor iets anders en met het voorstel voor het nu zo populaire ‘tussenjaar’ hoefde ik thuis niet aan te komen.
Behalve blind leren typen (op een mechanische machine!) is er van alle vaardigheden die ik ooit heb moeten leren, weinig meer toepasbaar in het dagelijks werk. Stenograferen in Nederlands, Engels, Frans en Duits: ik heb het na het examen nooit meer hoeven gebruiken, maar ik kan het nog steeds! Uitermate handig om soms eens iets in deze geheimtaal te noteren, zodat anderen het niet kunnen lezen. Ik had een fantastische stageplek: het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel. En zo had ik toch nog een beetje het boswachtersgevoel. Bijkomend voordeel was dat mijn stagebedrijf vanwege de wetenschappelijke status voorop liep met innovatie en digitalisering. Het stageverslag mocht ik maken met behulp van WordPerfect, de voorloper van Word. Revolutionair, want veel andere klasgenoten moesten zich redden met het correctielint op de elektrische schrijfmachines.
“Het beroep van de toekomst”, ik hoor het de decaan nog zeggen. Helaas was er na de diplomering geen droog brood te verdienen in het secretaressevak. Er was überhaupt weinig werk. Mijn klasgenoten die naar de Pabo gingen, hebben nooit voor de klas gestaan. Uiteindelijk kwam ik bij de Rabobank terecht en kreeg de mogelijkheid om via de combinatie studeren-werken aan de slag te gaan. En voor mij betekende dat een kans om via een zijweg toch reisadviseur te worden. Immers, de Rabobank beschikte in die tijd over een bloeiend netwerk van reisbureaus (in bijna elk filiaal was een reizenbalie). Zo werd ik toch nog wat ik ook wel wilde worden: reisadviseur.
Dat de ingezette digitalisering niet te stoppen viel, werd in de loop der jaren wel duidelijk: de eerste geldautomaat deed zijn intrede. Van de bomvolle bankhal op vrijdagmiddag naar duimendraaiende kassiers. Steeds meer mensen kregen een pc en er was internet. De reizenbalies gingen dicht, klanten boekten voortaan zelf hun reizen. Het was tijd om terug te keren naar waar ik voor geleerd had: secretaresse.
Op het moment dat ik echt instapte in het beroep, had ik niets meer aan mijn stenovaardigheden. De meeste kennis was achterhaald. Er was eigenlijk al geen sprake meer van de ‘tikgeit’, het Toren-C-type dat de hele dag brieven of andere informatie gewillig overtypte. Outlook was echter net uitgevonden, afspraken werden meestal nog gemaakt in een papieren agenda. Met potlood, zodat je kon gummen als de afspraak verzet of werd geannuleerd. Typex, de redding bij elke verschrijving, vloeide nog rijkelijk in die dagen. Vergadersets waren lijvige bundels documenten. Mijn boswachtershart huilde: daar ging weer een boom.
Een ander licht op de zaak
De afgelopen 8 jaar heb ik mijn licht laten schijnen op Revalidatie Friesland in Beetsterzwaag. Een prachtige werkgever, waar wij met elkaar trots zijn op wat wij doen en waar wij voor staan: we helpen volwassenen, jongeren of kinderen, beperkt door de complexe gevolgen van een aandoening, ongeval of ziekte om optimaal te revalideren. Iedere patiënt werkt met ons aan maximale zelfredzaamheid, met als doel: deelname aan de samenleving. Bij ons staat de vraag van de patiënt in de schijnwerpers: zijn hulpvraag is het uitgangspunt van iedere behandeling. De behandelteams zijn het podium waarop revalidatieprofessionals acteren en nauw samenwerken aan het verbeteren van zowel het lichamelijk, geestelijk als maatschappelijk functioneren van een patiënt. Onder het motto ‘laat zien wat je kunt’ doelen onze behandelingen op: het versterken van eigen regie en zelfredzaamheid, het (her)vinden van eigen mogelijkheden én het benutten van maatschappelijke kansen.
Langzaam maar zeker heeft de digitale revolutie een ander licht geworpen op de bedrijfsvoering en ook op het secretaressevak. Ook bij Revalidatie Friesland is dat besef doorgedrongen. Vergaderen doen we digitaal, afspraken maken we digitaal, documenten delen we digitaal. Processen worden geautomatiseerd, kunnen slimmer. En daar komt de laatste tijd nog bij om meer te focussen op competenties dan op kennis. Jouw vakkennis moet op orde zijn, maar verder is bijna alles (bij) te leren.
Een leven lang leren
Dat we blijvend moet leren en ontwikkelen, op elk niveau, is een feit. Nederland scoort relatief hoog op deelname aan ‘een leven lang leren’. Bij Revalidatie Friesland hebben we dit vertaald in ‘Leerlijnen’. Een Leerlijn volg je vanaf je start bij Revalidatie Friesland en geeft je richting in het opdoen van kennis en ervaring. We hebben daarvoor een Leerplein ingericht waar medewerkers e-learningmodules volgen en een eigen portfolio bijhouden: er zijn ruim 100 modules opgenomen. Niet alleen voor revalidatieprofessionals, maar voor iedereen: er zijn modules ontworpen voor alle medewerkers, dus ook voor de ondersteunende functies, bijvoorbeeld: storytelling, timemanagement, Lean, delegeren, strategisch denken.
Volg het licht
De wereld om ons heen verandert in rap tempo. Het decor op het podium verschuift voortdurend. We moeten meebewegen, de spotlight volgen. Soms moeten we van rol wisselen en haalt ‘de baas’ thee en laten wij ons gewillig bedienen. We nemen de eigen regie als het moet, net als onze patiënten. We staan wellicht iets minder tussen de coulissen dan voorheen, durven het felle licht te trotseren.
Pak je podium en stap in het volle licht! Wees niet bang voor de intensiteit van de spotlight. De krachtige stralen geven ook warmte en zullen je gouden momenten bezorgen. Ook het felle licht is spannend en geeft het laatste zetje voor het verhaal dat verteld moet worden. Er is geen weg meer terug, de spot is op jou gericht: laat zien wat je kunt!